ik met haar op de meest aangename wijze mogen samen werken. En het behoeft niet gezegd te worden dat het ons allen, Zusters en Bestuur, hartelijk leed deed, toen Moeder Hoog wegens haar hoogen leeftijd zij was toen twee en zeventig haar taak wenschte neder te leggen en in jongere handen over te geven. Zij vertrok toen naar Zeist, waar zij de leiding op zich nam van een klein rusthuis voor onze Zusters op het Zusterplein. Daar bleef zij tot 1920 en kon toen weder tot haar groote blijdschap naar Haarlem terug- keeren, waar zij in een aan het diakonessenhuis toe- behoorend huis aan den Wagenweg de laatste elf jaren van haar leven sleet. Dat waren gelukkige jaren voor haar. Naast en toch in het geliefde diakonessen huis, zonder de verantwoordelijkheid en toch in alle lief en leed deelende, zonder zich met de zaken te bemoeien anders dan door haar liefde en gebed. En wie zal zeggen hoeveel zegen er voor het Huis van die gebeden het gevolg is geweest. De laatste jaren werden haar oogen steeds minder, en haar grootste smart was, dat zij niet meer in haar bijbel kon lezen. Maar haar hoofd bleef helder en zij stelde in alles belang. Wbinige weken voor haar dood, kort na haar negentigsten verjaardag, bracht ik nog een uur bij haar door en verbaasde mij weder over haar helderheid van geest en over haar vriendelijke belangstelling in alles wat mij persoonlijk aanging. Zij was altijd een blijmoedige christin geweest en dat zonnige behield zij tot het einde. Kort was zij maar ziek en heel zacht is zij heengegaan. Ontslapen in Jezus. En bij Hem te zijn is zeer verre het beste. Drie dagen na haar heengaan brachten wij haar naar haar laatste rustplaats; daar rust zij te midden van Zusters, haar „kinderen", die vóór haar ontslapen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 85