Adriaan, die reeds in de 5e klasse H.B.S. waren
gekomen, ,,op kamers" achter. Na het eindexamen
scheidden de broeders, de een ging naar de 6de kl.
Handelsschool te Amsterdam, de ander naar Delft
en Berlijn voor scheikundige studie. Later kwamen ze
weer te Haarlem samen; Daan werd verffabrikant en
Adriaan directeur der Haarlemsche Bankvereeniging.
Beiden werden aangetrokken door philantropisch
werk: Adriaan deed het door middel van het parti
culier initiatief. Hij was medeoprichter en medebe
stuurder van tal van vereenigingen op dit gebied.
Daan voelde meer voor het zoeken naar de oorzaken
van het kwaad, schreef en sprak er over en kwam
zoodoende in de politiek en door de politiek in den
gemeenteraad (1890'92).
Hij deed daarbij ook pogingen om zijn idealen in
daden om te zetten, maar spande er de gemeenschap
voor; hij gaf o.m. den stoot tot verbetering van woning
toestanden, tot den eersten kinderspeeltuin, tot een
volksleeszaal, enz. Dit bracht hem in socialistisch
vaarwater, waarin hij lang meedreef, aangetrokken
door de altruïstische zijde der partij. De agitatorische
zijde, het prediken van den klassenstrijd, stond hem
tegen en noopte hem te bedanken.
Een vierjarig verblijf in Zwitserland bracht hem in
nauwe aanraking met de natuurlijke ontplooiing der
democratie aldaar: van uit het gezin, het dorp, het dal
tot grootere eenheden. De federatie en het referen
dum hadden zijn bewondering.
Daarnaast bleef hij ijveren voor landnaturalisatie,
volgens het stelsel van den Amerikaan Henry George.
Voor de teleurstellingen, welke deze opbruisende
enthusiaste natuur ondervond bij zijn propaganda onder
de menschen, die niet zoo snel meekonden of mee-