68
lust in het boerderij-bedrijf. Doch haar geest sloot
zich niet op binnen de grenzen daarvan. Beiden volgden
met aandacht den loop der wereldgebeurtenissen.
Vooral 's winters lazen zij samen veel, liefst in vreemde
talen. De overlevering heeft een gezegde van haar
bewaard, aangaande het onderscheid tusschen een
dame en een burgerjuffrouw: ,,Ze doen allebei haar
huishouden, maar de dame praat liever over iets
anders."
Misschien zou er geen aanleiding zijn, de nage
dachtenis van dit Akendamsche echtpaar, na ruim
honderd jaar nog eens bij het lezend publiek te intro-
duceeren, indien hun huis niet zulk een geliefd ont
spanningsoord geweest was van het Haarlemsche
Schildersgenootschap Pictura.
Tot de liefhebberijen van den heer Penninck Hoofd
behoorde het bijhouden van een ,,ALbum Akendamien.de"
waarin vrienden en bekenden 't een of 't ander schreven
of teekenden, en hij dan op de achterzijde hun maat
schappelijke positie en levensschets aanstipte. Voor
een deel verhief zich dit album niet veel boven andere
dergelijke uit dien tijd. Menige twintigste-eeuwer uit
den omtrek van Haarlem zou er nog namen van zijn
oud-, of betoud-overgrootvaders in kunnen terugvinden,
naast zinspreuken als ,,Amitié éternelie" of Semper
idem in veerepenne-krulletters. Er kwamen daar onder
verscheiden personen van algemeene bekendheid voor.
Doch het meest interessante contingent in het album
leverden de leden van Pictura.
De heer en mevrouw Penninck Hoofd hadden beiden
teekenen geleerd en deden dit gaarne. Dilettantisch,
natuurlijk. Maar in den vóór-fotografischen tijd lag er,
voor menschen, die wat artistieken zin meebrachten,