anderen, die na te vergeefs een hervorming dier ver
ouderde exporteursorganisatie te hebben beproefd, uit
die vereeniging trad, om den Bond van Bloembollen
handelaren te stichten.
Het was dan ook niet te verwonderen, dat Went-
HOLT, na het aftreden van den oprichter en eersten
voorzitter der Algemeene Vereeniging voor Bloem
bollencultuur in December 1900 in diens plaats ge
kozen werd. Hij bekleedde het voorzitterschap tot
1906, en had inmiddels zijn sporen als leider verdiend
bij de vijfjaarlijksche tentoonstelling van 1905, de
laatste die in de Haarlemsche concertzaal gehouden
werd. Van meer belang nog was de voorbereiding van
de oprichting van het Scheidsgerecht voor den Bloem-
bollenhandel. Wentholt heeft geen moeite gespaard
om het beginsel van de scheidsrechterlijke beslechting
van geschillen in het bloembollenvak ingang te doen
vinden en de vereeniging voor het denkbeeld weten te
winnen. Thans bewijst reeds meer dan 25 jaar het scheids
gerecht zijn uitnemende diensten aan het bedrijfsleven.
fn 1906 verwisselde Wentholt het voorzitterschap
der Algemeene Vereeniging met dat der Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde. Hier trachtte hij met
geestdriftige voortvarendheid nieuwe paden te be
wandelen. Dit streven vond echter weinig weerklank;
bovendien bleken de financieele gevolgen de draagkracht
der Maatschappij te boven te gaan. Inmiddels eischte
Wentholt's gezondheidstoestand verblijf in de buiten
lucht en geregelde verzorging, zoodat hij te midden
zijner werkzaamheden, het voorzitterschap der Maat
schappij moest vaarwel zeggen.
Na zijn herstel keerde hij in 1911 bij de Algemeene
Vereeniging voor Bloembollencultuur terug als alge
meen secretaris-penningmeester, na het aftreden als