uit Amsterdam. Hun huwelijk is kinderloos gebleven. Hij was Haarlemmer in merg en been. Hij jkende de stad en haar omgeving en men kende er hem. M.en kende hem als een joviaal man, rondborstig, eerlijk en rechtschapen, keurig en tegelijk prettig in den omgang. Naar boven en naar beneden. Op dezelfde wijze tegenover de autoriteiten boven hem als tegenover de justitiabelen, de collega's, zijn cliënten en allen, met wie zijn ambt en zijn vak en het leven hem in aanraking brachten. Daarom werd hij en bleef hij allerwegen gezien en geacht, en genoot en behield hij het vertrouwen van stadsbestuur, van burgerij en van zijn superieuren. Een kwarteeuw bekleedde hij zijn functie en ver vulde hij zijn taak in gestagen harden arbeid met rusteloozen ijver. Zijn gezondheid was in den laatsten tijd aan het wankelen geraakt en daardoor was hij genoodzaakt, kort na zijn zilveren ambtsjubileum zijn ambt neer te leggen. Intusschen had hij reeds een deel zijner krachten gegeven aan de Algem. Holl. Hypotheek- en Crediet- bank, bij welke hij als commissaris was opgetreden. Deze functie heeft hij tot zijn dood vervuld. Gelijk hij Haarlemmer was, was hij even warm aan de Joodsche gemeenschap te Haarlem verknocht. Aan haar had hij niet minder zijn toewijding verpand. Reeds vroeg, als jongeling, diende hij het Israëlie- tisch Armbestuur als Collectant. Later kwam hij als Penningmeester in het college zelf. Hij beheerde de financiën der Instelling ruim zeventien jaar. Het is overbodig te zeggen, dat hij het deed in voorzichtigheid en trouw. Goede penningmeesters schijnen altijd „be houdend" te zijn. Dat was Glaser ook. In deze kwaliteit. In tegenstelling met wat hij overigens was

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1932 | | pagina 30