personen bezocht werd, viel het moeilijk een candidaat
aan te wijzen. De jonge arts Adrian offerde zich
toen op, want het was een opoffering, daar het onmoge
lijk werd geacht, bij eerste optreden in het politiek
strijdperk een overwinning te behalen.
Bij de verandering der kieswet ging de Liberale
Unie op in den Vrijheidsbond en als lid dezer ver-
eeniging werd Adrian gekozen tot lid van den Raad,
waarvan hij ongeveer acht jaren lid is geweest. Bij
zijn dood was hij voorzitter der fractie.
Groot gebracht in een familie waarin veel gevoeld
werd voor gymnastiek zijn vader was een bekend
leeraar in dit vak was Adrian een steun voor
alles wat in die richting hier ter stede gedaan werd.
Jaren lang was hij voorzitter van den Bond voor
Lichamelijke Opvoeding naast den ons ook ontvallen
Dr. Merens. Hij opende het eerste gemeentelijk speel
veld en was zoo gelukkig veel tot stand te kunnen
brengen, met Vincent Loosjes, die wethouder van
Onderwijs was.
Adrian is geweest de eerste controleerende genees
heer voor gemeente-ambtenaren en werklieden.
Voor dit ambt voelde hij zich op den duur ongeschikt.
Naar zijn meening moest er te veel geschipperd worden
bij menschen, die volgens zijn oordeel volkomen geschikt
waren om te werken. Zijn meening stond dikwijls
lijnrecht tegenover die van den behandelenden genees
heer. Daarvan waren botsingen het gevolg, die onzen
vriend zoo hinderden, dat hij na enkele jaren eervol
ontslag nam.
Met groot genoegen aanvaardde hij de op hem
gevallen keuze als lid van de gezondheidscommissie.
Toen Dr. Kersbergen na zijn benoeming tot directeur
geneesheer van het gasthuis als voorzitter van dit