26
college aftrad, werd Adrian benoemd tot opvolger
en is 't gebleven tot zijn dood.
Het ambt gaf een bepaalde richting aan zijn leven
en denken. Hij werd bij uitnemendheid hygiënist en als
zoodanig heeft hij een plaats van beteekems vervuld in
den Gemeenteraad. Aan alle hygiënische besprekingen,
vooral die betrekking hadden op besmettelijke ziekten,
tuberculose bestrijding, zuigelingen verzorging, woning
verbetering, gasthuis-politiek, nam hij deel en gaarne
werd naar hem geluisterd. Groot redenaar was hij niet,
maar hij sprak met overtuiging en beheerschte zijn
onderwerp volkomen. In de laatste jaren werd hij ernstig
geplaagd door doofheid. Hieraan was het voordeel ver
bonden, dat hij nimmer afgeleid werd en zijn kalmte niet
verloor, als er rondom hem gebabbeld werd.
Zich ontwikkelende in de lijn der sociale genees
kunde is Adrian van den aanvang af bestuurslid
geweest der vereeniging tot bestrijding der tuberculose
en in die hoedanigheid was hij een trouwen steun
van den oprichter, Dr. Kersbergen.
Ook de vereeniging Zuigelingenzorg heeft hij opge
richt met Dr. Frank en ook daar behield hij den
zetel tot de dood hem verraste.
Adrian was geen voorstander van jubilea en gedenk
dagen. Doch toen de dag herdacht werd, dat hij hier
ter stede 25 jaar geneesheer was, vond hij 't zeer
aardig. Wat hem bij deze gelegenheid bijzonder trof,
was niet alleen de medewerking van alle collega's
in de gemeente, maar bovenal de bewijzen van instem
ming, die hij mocht ontvangen van zijn eenvoudige
patiënten, die bijna allen tot een bus behoorden.
Adrian is het grootste deel van zijn leven busdocter
geweest. Die practijk trok hem altijd zeer aan.
Adrian is gevallen midden in zijn werk. Zich ziek