Jhr. Dr. A. J. RETHAAN MACARE
(21 November 184229 Augustus 1932)
Op 29 Augustus 1932 overleed te 's Gravenhage,
in den hoogen ouderdom van bijna 90 jaar, Jhr. Dr.
A. J. Rethaan Macaré, die op een bijzonder eervol
en werkzaam leven mocht terugzien. Geboren te
Middelburg, waar zijn overgrootvader pensionaris der
stad, zijn grootvader raad en schepen, en zijn vader
wethouder waren geweest, verhuisde hij in de kinder
jaren naar Utrecht, toen zijn vader daar in 1848
werd benoemd tot ontvanger der registratie en hypo
theken. Zijn verdere jeugd en zijn studietijd bracht
de jonge Macaré in de Bisschopsstad door. In 1806
daar gepromoveerd werd hij, na eenige jaren werkzaam
heid in de advocatuur en op het parket van het Hoog
Militair Gerechtshof te Utrecht, in 1870 substituut
officier van justitie bij de rechtbank te Sneek en kwam
vandaar als zoodanig in 1875 naar Haarlem. In 1883
volgde hij hier Mr. P. C. Visser op als officier
van justitie, en in 1900 benoemd tot advocaat-generaal
bij den Hoogen Raad der Nederlanden, welk belangrijk
ambt hij tot 1910 heeft vervuld.
Zijn ambtelijke loopbaan had hem veelvuldig de
nooden geopenbaard van den ontslagen gevangene en
van het verwaarloosd en misdadig kind. Aan de weg
neming of verzachting dier nooden heeft hij een stuk
van zijn hart gegeven. Toen hij op 6 Oct. 1896 (met
959 van de 1446 uitgebrachte stemmen) gekozen werd
tot lid der Tweede Kamer, als opvolger van Mr.