gegaan; Bolle declareerde er zes dagen vacatie voor. Is het gewaagd om te veronderstellen, dat hij bij die gelegenheid de kaart, die ons bezighoudt, ter adstructie van zijn beweringen heeft overgelegd? Geeft ons dit vermoeden, bij gebrek aan directe berichten, althans eenig licht omtrent den tijd van vervaardiging, naar den persoon van den maker kan ik zelfs geen gissing uiten. Slechts wijzen de stijl der kaart en het renaissance-cartouche veeleer in de richting van een schilder dan van een landmeter. Aantrekkelijk en belangwekkend is dit laatste docu ment van 't grijze Haarlemmerambacht, tevens de oudste afbeelding van Groot-Haarlem, in allen gevalle! Mr. S. J. Fockema Andreae. BRONNEN VOOR DIT OPSTEL Gemeentearchief Haarlem, inv.-Bnschedé, nummers I 66, 630, en Thes. rek Oud-archief van Rijnland, inv.-1933, nummers 42304239, benevens registers en rekeningen. Mr. S. Muller Hz., De kerkelijke indeeling omstr. 1550, I 299. Jhr. Mr. Th. v. Rheineck Leyssius, Noordwijkerhout, in: Nijhoffs Bijdragen 1914. O. Oppermann, Die Grafschaft Holland und das Reich bis 1256 (Utrecht 1921), bl. 83—84. O. Oppermann, Opmerkingen over Hollandsche stadsrechten der XlIIe eeuw (Utrecht 1923), bl. 13'48. D'oude chronijcke van Holland ed. W. van Gouthoeven, Dor drecht 1620, bl. 565. Tijdschrift voor Geschiedenis 1932, bl. 350'351. Voorts de bekende werken over de geschiedenis en beschrijving van Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1932 | | pagina 72