Eene groote hofstede aldaar met bleekerij, was toen
(n.l. omstreeks 1600) in bezit van Dr. Nanning Flo-
rijsz. Cloeck. Hij leefde van 1567—1624, was koop
man op het Water te Amsterdam en in 1588 getrouwd
met Claertje Claesdr. Kan. Zij hadden een zoon,
Dr. Allard CIoeck, die in 1630 Schepen was van
Amsterdam, nog een zoon NlCOLAES, en twee dochters,
Maria en Wijffgen, laatstgemelde getrouwd met
Albrecht Stijpel.
Het goed van Dr. Nanning Cloeck, was in zijn
tijd bekend als Cioeckendaei, of Cloecken-hofstede, en
vooral werd er, nog wel na zijn dood, de aandacht
op gevestigd door eene ontdekking of opvatting, waar
van in die dagen in de streek Bloemendaal—Haarlem
veel gerucht gemaakt werd en wat men het Mirakel
van de boomen noemde. Een man uit Haarlem, zaag
en bijl hanteerende, had namelijk in de schijf van een
appelboom-tak, gewassen „op Cloecken-hofstede tus-
„schen de Grafelijke Huijsen van „van Bloemendael en
„de Brederode op 30/31 December 1627 figuren
opgemerkt, die hij, en anderen met hem, aanzagen
voor afbeeldingen van zes vrouwen en twee violen.
„van de Heer President-Burgemeester Mr. Mattheüs Steyn: hier manqueerde
„ook geen schoon Onthaal: de Waterlandsche Boerinnetjes, op 't Muzijk,
„haar geleert, dansten hier vermaaklijk voor de Prins, en bedreven veele
„klugtigheden. Des avonds ten 9 uuren quamen hunne Hoogheden weder in
„de Stad". Schrevelius, blz. 524.
In den Tegenwoordigen Staat der Vereenigde Nederlanden (Dl. VIII)
leest men: dat er in 1762 van de 807 inwoners onder Bloemendaal en Aelberts-
berg 407 waren, die als knechts en meiden op de bleekerijen dienden. In het
vroege voorjaar kwamen ze uit Brabant en Overijssel en in het najaar ver
trokken zij weder. De roem dezer bleekerijen was niet alleen binnen- maar
ook buitenslands gevestigd, zoodat meestal het garen uit Engeland naar
de Haarlemsche bleekerijen werd gezonden,