waarop een episode van het beleg van Haarlem ge
graveerd is, terwijl de voorzitter aan de collectie een
afbeelding van Laurensz Jansz. Coster door Scriverius
toevoegde. Verder ontvingen we: een catalogus van
de verzameling Boekenoogen, berustend te Leiden;
een kaart van Haarlem 1650, geschenk van den
heer H. ^Vieringa te Zeist; het Verslag van den 8sten
Monumentendag, gehouden op 27 Mei 1933 te Alk
maar; een foto van de huisjes aan het Groot Heilig
land tijdens de slooping van de achterzijde, geschenk
van het bestuurslid, Mr. W. F. C. C. PlJNACKER
Hordijk; een viertal oude platen met Haarlem's
naaste omgeving, geschonken door den heer M. Loosjes;
een portret van den Haarlemschen uitgever A. C.
Kruseman en een kistje met tegels door den heer J. M.
Stap, bij de verbouwing van zijn boekwinkel tijdig
gered.
Met de zustervereenigingen en de andere instellin
gen, welke hetzelfde doel als onze Vereeniging nastreven,
mochten wij waar noodig eendrachtig samenwerken.
Uw voorzitter en secretaris woonden de vergadering,
uitgeschreven ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan
van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap bij
en wenschten het bestuur van het Genootschap met
dit heugelijk feit geluk.Het ruilen van de jaarboeken
en de tijdschriften van deze vereenigingen met onze
publicaties vond voortgang. Moge deze samenwerking
bestendigd worden en onze zaak door eendracht sterk
maken!
Hiermede zijn we aan het einde van het verslag
gekomen. Het moge U een voldoening geven over
wat geschied is en U een opwekking zijn voor wat
komen zal. Laten wij allen met onverflauwden ijver