34 is den trouwen beoefenaar van een dezer kunsten moeilijk om een deel te laten vallen. En vooral, als alles goed gaat. En het ging goed, omdat hij altijd bereid was en zich vast aan gemaakte afspraken hield. De leermeester van Zeper in Leiden, Professor Doyer, bij wien hij Assistent is geweest, beoefende ook deze vakken in de praktijk. Bij elke aanvrage om hulp scheen het wel, of hij juist voor deze hulp gereed stond. Hij bedacht zich geen andere plichten, en men kon absoluut op hem rekenen. Voor allen. Ook voor de patiënten van Meer-en-Bosch en Bethesda-Sarepta. En dat alles pro deo. Vele jaren achtereen. Ook in den Kerkeraad der Doopsgezinden zult Gij zeer gemist worden. Maar gij hebt toch in de eerste plaats God gediend door altijd bereid te wezen voor Zijn zieke kinderen. Wij allen dan ook, die op eenige wijze met U in nadere aanraking zijn geweest, houden U in dankbare gedachtenis. Trouwe, eerlijke Fries. Gij hebt kunnen weten, dat wij U liefhadden. En nu ik door het mysterie van den dood zoo ver van U gescheiden ben, groet ik U uit de verte, of naar ouden trant, de longinquo te saluto, te saluto, te suspiro, te affecto, te requiro. G. C. VAN Walsem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1933 | | pagina 58