want toen gold ook, dat wie Elswout niet gezien
had, niet in Kennemerland was geweest.
In 1781 stierf Burgemeester Boudaen. Hij liet geene
kinderen na en reeds den 23en Juni van dat jaar
werd de hofstede, destijds eene oppervlakte beslaande
van 119 morgen 113 roeden, voor/58.000.— verkocht
aan den Heer Mr. Jacob Boreel (1746—1794), Advo
caat-Fiscaal van het Collegie ter Admiraliteit te
Amsterdam.
Zijne kinderen bleven na den dood huns vaders
in het bezit van Elswout, maar zijne dochter Vrouwe
Paulina Adriana Boreel (1775—1823) getrouwd met
Mr. Willem Rendorp, verkocht den 3en Februari 1803
voor 20.000.— haar aandeel aan haar broeder den
Heer Jacob Boreel. Deze bleef niet lang eigenaar,
want den 7en November 1805, zich destijds ophou
dende te Napels, verkocht hij aan den Heer Willem
Borski, te Amsterdam, voor 65.000.—
Ie. De hofstede Elswout, groot 119 morgen 113
roeden (in het breede omschreven).
2e. De hofstede Elswoutshoek (omschreven in eene
transportakte van 3 Juli 1720).
3e. Eene reeds vroeger vermelde van ouds plaisante
hofstede in Tetterode bij het Bentveld, toen genaamd
„De Grauwe Olyphant", „Tetteroos Bos" of „De
Wildernis" (ook vermeld in de akte van 3 Juli 1720).
4e. Een huis, van ouds genaamd „Rockaers of
„Kraantjelek".
5e. Een duin, genaamd „het Zwarteveld
6e. Den Achterweg met beplanting.
7e. Den Zandweg met den weg daarnaast tot in
de Houtvaart.
En nog veel tuingronden en weilanden.