Door hem verkocht 25 April 1657 aan zijn zwager Dr. Willebrordus Fudtsius, te Amsterdam, voor 2200.—. Teruggekocht 21 Mei 1664 door Joachim Boncius, voor ƒ1000.-. Verkocht den 30 Mei 1668 door Juffrouw Anna Fudtsius weduwe van den Heer Joachim Boncius aan Juffrouw Maria Corstiana van Leeuwen, voor ƒ1500.—. Verkocht den 10 Juni 1694 door hare erfgenamen aan Isaac van Niekele, voor ƒ100. De begrenzing werd destijds opgegeven als volgt: Ten noorden en oosten de Grafelijkheids Wildernis, ten zuiden de Volmeer, ten westen het Zandvoorter- voetpad. De kooper was kunstschilder te Haarlem, gering van middelen en een wonderlijk schacheraar. Wat hij nu voor weinig geld verworven had, was niet veel meer dan een grootendeels ondergestoven bouwval hij moet het plan gehad hebben er witte moerbeziën- boomen te zetten voor zijwormen, om zoodoende zijde te winnen. Maar dat gelukte niet. Doch dewijl hij, wat er dan van het huis nog stond geheel uitsloopte, al het hout van de plaats kapte, kwam hij toch nog redelijk aan de betaalde kooppenningen x). Maar de opstal van Dal en Bergb was van de aarde verdwenen. De Volmeer (A. Loosjes Pz., Hollands Arcadia, blz. 101, gaf ten antwoord aan iemand, die wilde weten waar De Volmeer, ten zuiden van Kraantjelek, was gelegen, ,,Daar zoudt Gij vergeefs naar zoeken Vriend, reeds „in 1739 was die vlakte met de woning welke er op 5 F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, II, 137.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1933 | | pagina 87