Warnier, die op 7 Maart overleed in den ouderdom
van 82 jaar. Bijna vijftig jaar geleden begon de heer
Warnier zijn werkzaamheden als schrijver aan het
parket. Enkele jaren later volgde zijn benoeming tot
deurwaarder welke functie hij tot medio Februari 1933
bekleedde. De hulde, die hem bij dit afscheid werd
gebracht, getuigde van een groote hartelijkheid en
toegenegenheid. Een welverdiende rust is hem slechts
korten tijd beschoren geweest. Op 2 Mei overleed
de architect A. M. J. Sevenhuysen, die veel nuttigen
arbeid als lid van schoonheidscommissies verrichtte,
als voorzitter een groote steun was voor de Vereeni-
ging „Kunst aan het Volk" en door zijn kunde vele
fraaie woningcomplexen hier ter stede tot stand bracht.
Tot slot drukken wij hieronder af, hetgeen Dr. J. F. M.
Sterck voor dit verslag schreef ter nagedachtenis van
den conservator van het Bisschoppelijk Museum,
L. J. Boogmans:
Dank zij de hulp van eenige leden en door een meer
uitgebreide propaganda van het dagelijksch bestuur is
Op 30 Juli verloor Haarlem in den Eere-kanunnik L. J. Boogmans een
verdienstelijk stadgenoot. Reeds van 1918 af had hij als pastoor van het
Amsterdammer kwartier de zware zorgen van deze parochie gedragen en de
scholen en het patronaatsgebouw aldaar zijn van zijn ijver de blijvende getuigen.
Zijn fijne kunstzin deed hem daarbij het kerkgebouw op bijzondere wijze
inwendig verfraaien. Terecht benoemt de plaatselijke schoonheidscommissie
hem tot haar president. Had hij als deken van het Nederlandsche St. Bernulfus-
gilde reeds jarenlang geijverd voor kunstzinnige opvattingen op kerkelijk
gebied, sinds 1931 werd hij benoemd tot conservator van het Bisschoppelijk
Museum alhier en tot inrichter der nieuwe museumzalen. Hier heeft hij de
leden onzer Vereeniging meermalen rondgeleid, waarbij hij vooral een groot
kenner bleek van stoffen en patronen der oude kerkelijke gewaden. Tegelijk
werd hij benoemd tot bisschoppelijk archivaris. Dit wilde zeggen tot regelaar
van het in dezelfde gebouwen ondergebracht oude en nieuwe archief van het
bisdom. Als zoodanig verwierf hij in de korte jaren, dat hij zich aan deze
voor hem nieuwe taak wijdde, de sympathie en de achting van zijn ambtgenooten
en opende door zijn archiefwerk nieuwe gegevens voor de verzamelde ge
schiedenis van Haarlem en omgeving.
Het heengaan van een zoo veelzijdig begaafd man beteekent en voor zijn
werkkring en voor onze stad een waar verlies.