JOHAN STEENMAN
(25 September 1862'27 Februari 1934)
Johan Steenman was Haarlemmer van geboorte;
zijn vader was organist van de Remonstrantsche Kerk
en gaf pianolessen, en zoo is het niet te verwonderen
dat de zoon, van muzikalen aanleg, zich tot toon
kunstenaar ontwikkelde.
Zijn eerste opleiding ontving hij aan de Muziek
school te Haarlem; de viool werd zijn hoofd-instru
ment; zijn leermeester was Willem Robert, onder
het oog van den directeur, destijds Leander Schlegel.
Steenman bleek een begaafd violist; hij was zestien
jaar oud toen hij voor het eerst als solist optrad in
de Concertzaal der Sociëteit Vereeniging, het was
bij een uitvoering van de Orkest Vereeniging Euterpe
onder Robert, en in 1881 ging hij, daartoe door
Haarlemsche vrienden in staat gesteld, naar Berlijn.
Hij studeerde daar aan de Königliche Hochschule
für Musik, onder leiding van den beroemden violist
Joseph Joachim (1831'1907), dien de oudere Haar
lemmers zich wel als solist op Bachconcerten zullen
herinneren.
Na gedurende drie jaren de lessen van het Ber-
lijnsche Conservatorium met ijver te hebben gevolgd,
trok Steenman, in het bezit van een getuigschrift van
Joachim, naar Parijs en kreeg een plaats in het groote
orkest van Charles Lamoureux. Na de Duitsche
school had hij nu de gelegenheid ook de Fransche