14
en Schlegel medewerkten. Na het overlijden van
Schlegel gaf Steenman voortaan de Séances voor
Kamermuziek, een rij van concerten die gedurende
meer dan vijf en twintig jaren een belangrijke plaats
hebben ingenomen in het Haarlemsche muziekleven.
Nederlandsche en buitenlandsche kunstenaars van naam
deed hij naar Haarlem komen. Naast den concertgever
traden daar onder meer op Messchaert en Röntgen,
Gerard Zalsman, Leopold Godowsky, Percy Grain
ger, Julia Culp, het Boheemsche Strijkkwartet, Pablo
Casals, Dirk Schafer, Gerard Hekking.
In November 1900 richtte Steenman een orkest
op, waarvan de kern gevormd werd door de meer
gevorderden zijner leerlingen, aangevuld met andere
liefhebbers en enkele beroepsmusici; behalve een of
twee fluiten, bestond het orkest uit strijkinstrumenten;
de partijen der blaasinstrumenten werden vervangen
door een piano en een harmonium. Dit orkest heeft
Steenman veel voldoening verschaft. Ook hier kwamen
zijn goede eigenschappen als mensch en paedagoog
naar voren, en met zijn te Berlijn en te Parijs opgedane
ervaring slaagde hij er niet alleen in de medewerkers
te doen genieten van het zelf musiceeren, maar ook
uitvoeringen te geven die door tot oordeelen bevoegden
zeer werden gewaardeerd. De eerste uitvoering, op
18 Mei 1901, vond plaats in het Brongebouw en werd
gegeven ten bate van de Vereeniging „Weldadigheid
naar Vermogen"; ongesteldheid van de soliste maakte
vervanging noodig en Steenman zelf speelde, begeleid
door het orkest, Hejre Kati van Hubay. Dit was de
eerste van de drie en dertig uitvoeringen die het orkest
onder zijn leiding heeft gegeven, alle voor een weldadig
doel, meestal tot steun van de Centrale Vacantie-
kolonies afdeeling Haarlem.