20
dat aan zijn leerlingen heeft vermogen te geven, wat
hij in volle mate schonk, zonder te denken aan gezond
heid, aan physiek welzijn. Hij gaf dit in stilte, deed
dit niet uit reclamezucht, niet uit eerzucht, maar om
de wil van het opgroeiend geslacht, waar hij voor
opkwam, dat hij lief had als geen. Andere directeuren
zullen na hem komen, voortreffelijke mannen zullen
ongetwijfeld op loffelijke wijze de school bestieren en
vechten voor hare belangen; of er evenwel ooit een
leider zal komen, die even warm gevoelen zal voor
de hem toevertrouwde jeugd, die zoo mee zal leven
met de nooden der jongeren, die zoo volkomen op zal
gaan in het wel en wee van hen, die eens zijn school
bezochten, staat te bezien en is niet wel denkbaar."
P. F. de Haan.