37 in dien van Dronkemanshuisje te doen veranderen en dat een handig eigenaar dit in zijn uithangbord vastlegde. Het „Dronckenhuisje" was niet de eenige herberg aan dit belangrijke kruispunt; want waar nu „Uiten- bosch" ligt, bloeide nog in het midden der 17de eeuw de herberg „Bethlehem" een naam, die waarschijnlijk verband hield met die van de herberg „Emaus" iets zuidelijker aan de oude Heemsteedsche weg bij het „Krayenest" gelegen. „Bethlehem" waaraan ook een kolfveld verbonden was, heette ook wel „het Vosje" en verdween in de eerste helft der 18de eeuw om plaats te maken voor een buitenhuis van een vermo genden Amsterdammer. Aan deze oude herberg het Dronkemanshuisje illu streert zich ook reeds het streven van bierbrouwers en wijnhandelaars om zich door het bezit ervan den verkoop hunner artikelen te verzekeren: Zoo wordt het Dronckenhuysje in 1686 door Diede- rik de Goyer verkocht aan Cornelis van der Heyde, brouwer in „De dimmende Leeuwen", te Haarlem en aan Floris Pille, hospes (d. i. herbergier) in de banne van Heemstede. Als buitenherberg was het door een tuin omgeven en zoo moest voor het huis met 754 roeden gronds (Rijnlandsche roeden van 144 voet) ƒ3000. worden betaald. Ten Westen achter de herberg heeft dan Adriaan Bosveldt, raad en oud-burgemeester van Amsterdam aan de Leidsche Vaart een stuk grond, mogelijk een zoogenaamden theetuin, want deze behoudt bij den verkoop het recht van een noodweg over het ver kochte terrein. In Januari 1692 wordt blijkbaar een deel van de her berg voor deftiger klandisie gereserveerd, want de helft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1934 | | pagina 59