41
Op 22 October 1775 wordt Lublincks verzamelgoed
verkocht door Anthony Vosdingh, als de overlevende
tweede man van Lublincks weduwe Margaretha
Ashoff. Koopster is Anna Maria Visser, weduwe van
Mr. Jan van Styrum, in leven Raad en Schepen van
Haarlem. De prijs van 27.100.teekent den opgang
der prijzen uit die dagen. Zij is als dochter van Floris
Visser dan ook in het bezit van Vredenhoff en zoo
kan zij 20 December 1775 voor ƒ161.000. aan
Mr. Cornelis van der Hoop, advocaat van de O. Ind.
Cie., dit goed verkoopen en aan den koop toevoegen
de tuinmanswoning, het wagenhuis en de stal die bij
Eindenhout hoorden, voorts „De Hut" met bijbe-
hoorende 825 roe grond en twee partijen weiland,
groot te zamen 2400 roe. Op 7 Jan. 1776 hertrouwt
zij met haar nieuwen zomerbuur.
Door de eerste transactie, waarvan onbekend is of ze
oorzaak of gevolg was van de nadere kennismaking
der buren, werd de grootte van Eindenhout aanzienlijk
verminderd en loopt blijkens een kaartje, bij de grond-
papieren behouden, de grens tusschen beide buitens
van den Heerenweg af scherp in Noord Westelijke
richting, ten nadeele van Eindenhout.
Op 15 Februari 1786 biedt Anna Maria Visser,
dan echtgenoote van Dirk V/. H. baron v. Brakell,
door de Haarlemsche makelaars Adriaan de Waal
Malefyt, Michiel Groeneweg, Dirk Wijnands en Jean
Matthieu Guépin geheel Eindenhout te koop aan als:
„Een extra groot, schoon, sterk en weldoortimmerd
huis en erve". Voorts een morgen en 200 roe „wij- of
hooiland" aan de Leidsche Vaart en den Heerenweg en
een stuk „warmoessiersland". Dit laatste stuk is waar
schijnlijk het deel waar nu de bloemenkweekerij van
Van Delden ligt en dat nog bij Eindenhout behoort.