die kleine gemeenschapjes steekt nu juist zulk een machtig brok geschiedenis: hier viert het Hollandsche individualisme en particularisme hoogtij, maar hier ligt ook een geweldige kracht in verscholen. Men is baas op eigen terrein en duldt geen vreemde inmenging. Gelukkig is er een oppertoezicht bij Gedeputeerde Staten in elke provincie, die door zorg voor goede reglementen en naleving dier reglementen waken tegen ondoordacht particularisme. Het was in Holland in het begin van de 15e eeuw, dat men er niet meer mee volstaan kon bij lagen water stand van de zee het water der landerijen weg te laten loopen, en molens moest gaan gebruiken, eerst schuchter, later meer doortastendhet ongeluk wilde en wil nog, dat een geregelde bemaling maakt dat de bodem wat zakt; vandaar dat polders, oorspronkelijk weinig lager dan gewoon buitenwater, nu zooveel lager liggen, dat eenvoudige molentjes niet meer voldoende zijn, en deze werktuigen steeds krachtiger worden, en in de 19e eeuw bij groote polders door stoomgemalen zijn vervangen, in de 20e eeuw door electrische maal inrichtingen, niet steeds tot sieraad van het landschap. Het is hier niet de plaats, een lans te breken voor het behoud der oude molens, die zoo prachtig in het vlakke Hollandsche landschap doen: men is gelukkig bezig, te redden wat te redden valt; helaas is het technisch niet steeds verantwoord, ze te behouden. Die eigenaars waren en zijn veelal inwoners van onze goede stad, die het een veilige geldbelegging achtten, land in de naburige polders te koopen: dat doorbraken van den IJdijk die veiligheid wel op losse schroeven zetten, zal men licht begrijpen; dat het begrip landbouwcrisis ook vroeger bestond, zal men ook willen gelooven. Het zou voor de economische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1934 | | pagina 78