land ten Zuiden, en verder met allerlei bijvoegingen, die de uitgestrektheid brachten tot ruim 18 morgen. Van hem zeiven is niet veel bekend: het schijnt dat hij op „Grijpesteyn" ook een landbouwbedrijf had en dat hij niet afkeerig was van opknappen en ver fraaien. In de notulen van het St. Lucasgild te Haar lem, wordt melding gemaakt van een geschil tusschen Abraham Verrijk „fijnschilder" en den heer Marinus VAN DER Grijp, over eene rekening wegens verricht schilderwerk op „Grijpesteyn". Daarin zou uitspraak gedaan worden den 17en Januari 1732. Verrijk had be- of geschilderd een hoenderhok en een kabinet (koepel, luchthuis) en bracht ervoor in rekening ƒ612.Van der Grijp vond dat te veel en vroeg de beslissing der Overlieden van het St. Lucasgild. Deze, partijen gehoord, gaven voor uitspraak, dat Verrijk op niet meer dan 330.recht had. Daarmede stelde de schilder zich tevreden en was de zaak aan een einde. Vijf jaren later was Marinus van der Grijp dood. Het schijnt, dat hij niet getrouwd is geweest, want hij had zijne hofstede vermaakt aan zijne nicht Mar- grieta Maas, weduwe van Arend van der Hoeven, die haar echter niet aanhield, maar den 30en September 1737 voor ƒ9600.verkocht aan den heer Cornelis Schouten Dirksz. De omschrijving luidt als volgt: Eene hofstede met heerenhuizing, stalling, tuinmans woning, koets- of wagenhuis, hooiberg met eene stalling voor 12 koeien. Mitsgaders het weiland gelegen voor het heerenhuis, naast de laan gaande naar de Leidsche vaart, alsmede de laan tot aan die vaart. Groot 18 morgen 370 roeden. Schouten was nog maar kort bezitter van „Grijpe steyn" toen hij den 22en October 1739 zijn landgoed

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1934 | | pagina 95