vergrootte met een er achter gelegen elzenbosch, waar voorheen eene huismanswoning had gestaan: het was 10 morgen groot, het grensde ten oosten aan het Geldelooze pad, ten westen aan de Grafelijkheids wildernissen (duinen) en hij betaalde het met/2750. In dien tijd heeft Schouten aan zijne bezitting een anderen naam gegeven. „Grijpesteyn" klonk hem zeker op den duur wat zonderling in de ooren, of kon aan derden misschien een vreemden dunk geven van den eigenaar, derhalve werd de minder duidelijke benaming losgelaten en vervangen door „Oosterduin", waar niemand op tegen kon hebben, want het landgoed lag, vooral na de uitbreiding ervan door aankoop van het elzenbosch, onmiddellijk ten oosten van de duinen. Grijpesteyn-Oosterduin moet toen reeds eene mooie buitenplaats zijn geweest, waar men een vrij en onbe kommerd leven leiden en alle verlustigingen van het land genieten kon. En toch heeft Schouten er betrek kelijk weinig jaren doorgebracht, want den 8en Juni 1750 verkocht hij aan Mr. Andries Munter (1714 1/71), oud-Schepen der Stad Amsterdam eene hof stede genaamd „Oosterduin" van ouds „Grijpesteyn", met bepoting en beplanting, heerenhuizing, stallen, koets- en wagenhuis, vinkenhuisje cum annexis in het land vóór de plaats, en den opstal van het vinkenhuis in het duin, met getimmerte daarop staande. Verder landerijen en de laan tot aan de Leidsche vaart, te zamen groot 18 morgen 370 roeden. Mitsgaders nog een bosch achter de hofstede, groot 10 morgen. Onder dezen verkoop waren mede begrepenin het huis al de behangsels en de schilderijen voor de schoorsteenenen op de hofstede en in het bosch alle ornementen en pedestallen, vazen, beelden, tritons, bijkorf en zitbankenverder het vee van hoenders,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1934 | | pagina 96