Sint Jacobsgilde. Tot de leden van dit gilde behoorden
in de oudste tijden zij, die een bedevaart naar het
graf van St. Jacob den Meerdere te Santiago in
Spanje hadden gemaakt; zij namen maatregelen om
behoeftige pelgrims die op weg waren naar de bede
vaartplaats tijdelijk onderdak te verleenen in de Sint
Jacobsgasthuizen. In 1436 ongeveer een eeuw na
den oorsprong van dit gilde kreeg het Haarlemsche
gild reeds een huis ten geschenke, later toen het getal
der pelgrims afnam, ja zelfs geen gast zich meer aan
meldde, werd het gesloten en in 1715 voor de armen
ingericht; de naam werd gewijzigd in Jacobsgodshuis.
Het geestelijk element is geheel verdwenen al
herinnert de benaming „Loffelijk gilde" nog aan de
religieuze afkomst en zoo kennen wij thans nog
slechts het feestgezelschap, tellende 33 leden, allen
regeeringspersonen of behoorende tot den adel. Jhr.
Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, oud-burge
meester van Haarlem en oud-deken van het gilde,
dankte de spreekster uit naam van de broeders voor
haar voordracht, terwijl onze Voorzitter zich daarbij
namens de leden aansloot.
De Algemeene vergadering volgde op 12 Juni en
trok wederom ten onrechte geringe belangstelling. De
verslagen van secretaris en penningmeester werden
gelezen en goedgekeurd; de aftredende bestuursleden
Mr. A. J. Enschedé, Mr. W. F. C. C. Pijnacker
Hordijk en J. D. Rutgers van der Loeff werden
bij acclamatie herbenoemd. Toekomstplannen werden
ontvouwd, terwijl van de rondvraag druk gebruik
werd gemaakt. Een vruchtbare avond 1
In Juli werd een aanvang gemaakt met het verzenden
van het Jaarboek 1935. Het sloeg zijn voorgangers
verre in omvang, moge ook de inhoud de gespannen