Noordholland benoorden het IJ. Tegen half twee kwam men in Edam, waar de burgervader, de heer Th. C. P. M. Kolfschoten ons op het stadhuis be groette en wees op de samenwerking en de goede verstandhouding tusschen de beide steden sedert de inwoners schouder aan schouder streden bij het beleg van Damiate. Zou deze overwinning niet reeds met menige pint Haarlemsch bier en vele hompen Edammer kaas zijn gevierd 1 Tot heden houden wij het zuivel product nog in eere, maar het Haarlemsche gerstenat wordt reeds lang versmaad, toch heeft de ons zoo gracielijk te Volendam door den burgemeester aan geboden thee dit gemis ruimschoots vergoed en de stemming is er niet minder opgewekt om geweest. Het was wel een groote eer, welke onze Vereeniging te beurt viel door den burgemeester officieel ten stadhuize te worden ontvangen een gebeurtenis welke als eersteling in onze annalen worde vermeld. We bezichtigden na het stadhuis de gerestaureerde Sint Nicolaaskerk, waar de heeren Kok vader en zoon en de heer Bogtman voor den noodigen uitleg zorg droegen, en het museum op den Dam met zijn fraaie betimmering en kostbaren inhoud hadden de rekeningen van den beul niet de bizondere aandacht van de rechtsgeleerden onder ons en oefende niet de drijvende kelder groote aantrekkingskracht uit op jong en oud! De heer A. A. Kok leidde ons naar het oudste huis ter plaatse een houten bouw op steenen voet thans in het bezit van de vereeniging Hendrick de Keyser en zoodoende in ongerepten staat voor het nageslacht bewaard. Spreek ik niet uit aller naam wanneer ik zeg, dat deze excursie ons aller verwachting verre heeft overtroffen en het is zeker niet overbodig den heer Kolfschoten hier nog eens van onzen dank

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1936 | | pagina 15