18
f
De beschikbare plaatsruimte verhindert het opsom
men van de zaken, die aan de orde kwamen. Behalve
het belang onzer Musea (Koloniaal Museum en het
Museum van Kunstnijverheid) waren het algemeene
Nederlandsche belangen, daarna ook internationale,
door den band met de Ned. Kamers van Koophandel
in het buitenland en onze medewerking aan de voor
bereiding van tentoonstellingen.
Als oud-voorzitter heeft hij nog belangrijke diensten
bewezen als voorzitter van „Plan-1913", het plan,
dat aan de viering van het honderdjarig bestaan van
Neerlands herwonnen onafhankelijkheid een internatio
naal karakter gaf en bedoeld was om Nederland
beter bekend te maken in de wereld en bij de
eigen landgenooten. Dit plan gelukte bovenmate. 1913
was voor Nederland het toppunt van welvaart.
Uit „Plan-1913" volgden voor van de Poll weer
andere bemoeienissen, nu als Voorzitter van de Ver-
eeniging voor Tentoonstellingsbelangen. Dus op inter
nationaal gebied. Zijn volkomen beheerschen van
vreemde talen en zijn kennis van handel en nijverheid
maakten ook hier weer van de Poll den geschikten leider.
Het werk der jury's werd door hem inzonderheid
bestudeerd en toen een reglement voor de jury's van
internationale tentoonstellingen moest worden ont
worpen en daartoe een internationale conferentie noodig
bleek, wees onze Regeering VAN de Poll aan tot haar
gedelegeerde. Van de Poll zat daar temidden van
diplomaten en ook onder hen werd hij spoedig als een
der kundigsten erkend.
In 1914 zien wij hem nog als voorzitter van het
Steun-comité te Haarlem.
Dan trekt hij zich geleidelijk uit zaken terug, plaats
makend voor de volgende generatie.