MARIUS MAURITZ, Arts
(9 December 1886^>5 December 1936)
Wanneer ons bet bericht bereikt van het plotseling
overlijden van iemand, dien men gewend was, bijna
dagelijks bij het uitoefenen van den arbeid te ont
moeten, is men geneigd, onder den ontstellenden
indruk, die zulk een dramatisch verscheiden op ons
maakt, te idealiseeren, en het verlies dat men lijdt,
buiten de normale proporties te beschouwen.
Nu ik mij neerzet, om eenige regelen te wijden
aan de nagedachtenis van M. Mauritz, zijn er weer
eenige maanden verloopen sedert den droeven dag,
dat wij hem naar zijn laatste rustplaats brachten.
Zonder den begrijpelijken, maar toch inderdaad ver-
troebelenden invloed van de emotie, kan ik nu wel
overwogen getuigen, dat met zijn heengaan de genees
kundige wereld, niet alleen in Haarlem, maar in geheel
ons land, een zwaar verlies heeft geleden. Omdat
hij iemand was, die in de geneeskunde niet alléén
zag een wetenschap die zich bezighoudt met het genezen
van zieken, maar die zeer sterk doordrongen was van
de overtuiging, dat de dragers van dit ambt een breedere
roeping hebben te vervullen.
Het was zijn innige overtuiging, dat de Geneeskunde
slechts dan kan blijven het Officium Nobile wat het
behoort te zijn, wanneer de geheele geneeskundige
stand èn ook de maatschappelijke verhoudingen waar
onder zij haren arbeid verricht, door en door gezond