roode van ƒ20.—Die voorvergaderingen werden besloten met „een proper en vriendelijk soupe" of- met „het Eeten van een Creefje". De knecht krijgt in die tijden een extra toelage om bi; het buffet toezicht te houden. Dan blijven de res- teerende flesschen ook bewaard tot een volgend maal en wordt daar een speciale kist voor aangeschaft, ja spoedig is zelfs eenmaal van den wijnkelder van het gilde sprake. Gewoon bier en mol (een soort wit bier) worden dan nog slechts voor de voorvergaderingen geboekt. Sinds de eerste helft der 17de eeuw zijn ook reeds de haringen en de zoutevisch door zalm (öt. Jacobszalmpjes) vervangen en komen naast de konijnen, die vast op het menu blijven, hazen, kal koenen en patrijzen voor en worden behalve hoenders ook snippen en poelsnippen opgediend. Na 1650 komt ook „de pasteibakker" met zijn rekening. Afzonderlijk geboekt wordt altijd het zout en de schenking; en aanschaffing van fraaie zilveren zout vaten (waarover straks) wijst er trouwens op, dat dit dorstwekkend middel druk gebruikt werd. Over het algemeen getuigen de verteerde sommen van een goeden eetlust bij de gildebroeders. De menu's zijn sinds de 18de eeuw niet meer na te gaan, doordat de kasteleins ze toen voor ongeveer ƒ7.per persoon en per maal leverden. De Bediening. Het Sint Jacobsgilde had als alle heeren-gilden een vasten „knegt" vermeld als „onze trouwe dienaer", die „voor sijn moeite" met ƒ15.— later met 25.— per jaar wordt beloond. Die „moeite" bestond o. a. in het gaan uitnoodigen voor de maaltijden en het dienen bij de maaltijden zelf. Als extraatjes krijgt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1936 | | pagina 64