45
Jacob Schoudt de staat van middelen als volgt:
's' Een losrentebrief ten laste der stad Haarlem groot
>t- 500 carolusgulden en in 1634 gevend 5% of de penning
3Y twintig van 24 Juli 1627 „waer af mits de generale
°t reductie als nu meerder rente niet en voor betaelt
ts dan 4%."
et Een obligatie van 300 carolusgulden ten laste van
ig 't gemeene land van Holland en West Friesland van
16 Sept. 1633 a 4%.
'ij In 1639 kocht het gilde een obligatie van 300 carolus-
-n gulden op de provincie Holland van 6% dato 16 Sept.
;n 1633. Doch ook hiervan noteert J. Schoudt ,,waeraf
ook mits de generale reductie niet meer als nu de
rente betaelt dan tegen 5% of de penning twintig".
Als dan in 1650 de kapitaalstaat wordt opgeschreven,
ie is daar nog bijgekomen een obligatie op de provincie
ïn Holland van ƒ600..en een van ƒ800.beide a 5%.
ik In 1662 wordt een losrente van ƒ2000..tegen 4%
el gekocht op de Gemeene-landsmiddelen, maar niet
in genoteerd is of ook te voren geboekte stukken daarvoor
in werden verkocht.
n» In 1594 staat een liquidatie door het nieuwe bestuur
s- geboekt, doch direct daarop worden de financiën
r" weer aanvaard.
;n Slechts tot 1692 werden de inkomsten en uitgaven
ft van het gilde nauwkeurig geboekt en ook al stijgen
;n de kosten der maaltijden voor dien aanzienlijk, altijd
wordt een batig saldo genoteerd. De tering werd dus
is echt Oud-Hollandsch naar de nering gezet. Eenige
grepen: uit de algemeene uitgaven: In 1588 ƒ71.
'X in 1610 ƒ99.—, in 1620 ƒ127.—, in 1655 ƒ258.—,
,t- in 1665 ƒ350.—in 1675 ƒ460.—, in 1682 ƒ995.—.
Bij extra voordeelige jaren worden ook de maaltijden
overvloediger. Zoo wordt in 1635 bij een inkomsten