van ƒ782.uitgegeven ƒ755.—. Sinds 1633 supplee-
ren de Broeders die de maaltijden „geteerd" hebben,
eerst 24 stuivers later geleidelijk meer tot ƒ7.in
de 18de eeuw.
Tot de inkomsten van het gilde behoorden ook de
som van minstens ƒ15.15 st. door de nieuwe broeders
te betalen bij ,,'t incomen", hetzelfde bij overlijden
te voldoen, en de boete op absentie in den loop der
tijden toenemend van ƒ1.50 tot ƒ4.en ƒ8.—.
De eenige groote uitgave vormden de maaltijden
op twee achtereenvolgende dagen. Het „nagelagh"
op den derden dag betalen de broeders zelf.
In de 18de eeuw waren de hoofdposten der uitgaven
de huur van de zaal en de levering der twee maaltijden.
In 1766 kreeg de kastelein van de herberg ,,Het Guide
Vlies" die jarenlang die leverantie had, voor de
maaltijden ƒ327.-. Voor wijn met de impost erop
werd ƒ140.betaald en „aan Spaa en ander Waater"
ƒ10.-.
Ieder jaar werd door den eersten vinder de rekening
en verantwoording opgemaakt en door deken en vier
vinders onderteekend. In 1785 treedt met Mr. Wig-
bold van Sypesteyn de eerste „Secretaris en Thesaurier
van het Gilde" in functie.
Bezittingen, van bet gild.
De kist waarin nog de papieren en de Caerte (zie
p. 52) ten huize van den secretaris bewaard worden
en die in de 17de eeuw blijkbaar eerst telkens door den
knecht ter vergadering werd gebracht en op het einde
dier eeuw in de Doelen of het Heerenlogement bleef
berusten, na 1807 zoek raakte en in 1870 werd terug
gevonden; deze kist was een geschenk van het gilde-
bestuur van 1611 en staat dan als volgt geboekt: