563.de uitgaven brengt de nieuwe thesaurier het eerste jaar op ƒ214.en hij boekt dus dadelijk een batig saldo van meer dan ƒ300.een saldo dat echter in de 19de eeuw geleidelijk geheel versmol ten is. 1870 was een merkwaardig jaar voor het gild. Dan noteert de secretaris thesurier Herman Arnold Crom- melin, die bij afwezigheid van deken en eerste vinder ook waarnemend voorzitter is, het terugvinden van een kist met eenige eigendommen van St. Jacob, welke op de vergadering aanwezig zijn en aan de broeders worden vertoond, waardoor het gilde nu weder in het bezit is gekomen van de nu hier aanwezige voor werpen. Kort voordat zoo ook alle boeken teruggevonden waren, heeft het medelid Jhr. Mr. J. B. J. N. Ridderde van der Schueren uit wat over het gilde gedrukt was, en uit Langendijks handschrift op het archief, een korte geschiedenis van het gild in het notulenboek geschreven, die ik echter door het nu bekende archief belangrijk kon uitbreiden. In 1883 werd op verzoek van Mr. B. H. M. Driessen van Amsterdam een ledenlijst gedrukt, die echter ten onrechte eerst met het tweede boek van het gilde begint. In 1894 wordt die lijst op dezelfde onvolledige wijze herdrukt en nog telkens aan de nieuwe leden verstrekt. Overgang van Gilde naar Ridderorde. Van af de oudste vermeldingen staat het Sint Jacobsgilde geboekt als een Broederschap, het eerst in een officieel stuk van 1524 en in alle latere ge schriften wordt het aldus aangeduid. In de prent van Matham heet het „sodalitium" (broederschap), op den

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1936 | | pagina 79