61 voor de rolle van het gerechtshof in de groote zaal. Niemand vermoedde dan ook, dat een nieuwe staats greep weldra (in 1801) aan het bestaan van het gerechtshof een einde zou maken en Haarlem weer berooven van deze geringe hoop op herstel. In 1803 betrok het stadsbestuur weer het oude Huis der Gemeente op de Groote Markt, waarvoor als vergoe ding aan het Rijk een aantal schilderijen werden afgestaan. De staatsregeling van 1801 was veel minder revo- lutionnair dan die van 1798 en kwam op veel excessen van deze terug. Zoo herstelde men ook weer de indee ling der Republiek in de oude gewesten met de oude namen en het departement Holland bleef ongesplitst. Ook de staatsregeling van 1805, toen Schimmel- penninck raadpensionaris werd, bracht hierin geen verandering. Toen echter Lodewijk Napoleon koning van Holland was geworden (1806), deden weldra geruchten de ronde, dat men het departement Holland wilde splitsen in een Noordelijk en Zuidelijk gedeelte. Als zetel van het bestuur van het eerste zou men aarzelen tusschen Haarlem en Amsterdam en de regeering van deze stad achtte het nu gewenscht, moeite te doen, den koning tot haar begunstiging te bewegen, ,,ten „einde haar verloren luister eenigszins op te beuren, „aan de vervallen welvaart eene vernieuwing van „bestaan te geven, en door de vermeerdering van huis gezinnen de ledig staande huizen door nieuwe in- „woonders te vervullen, mitsgaders de vaste eigen dommen, die thans, door gebrek aan genoegzame „inwoonders en verval van bestaan, tot spotprijzen „zijn gedaald, wederom tot een behoorlijke waarde „te doen aangroeien."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1936 | | pagina 85