72
„oirkussen"), vuur en licht in zijn kamer, zooveel
hij wil, en, wat de kost betreft, ,,alsoe goet broet
,,en(de) spise en(de) drancke, als heer Lotten of die
,,capellaen van dat gasthuis heeft". Verder bedingt
hij,,Ic en sel oec ghienen dinghen of onbede verbonden
,,wesen. Men sel mi wasken en(de) scueren, dat ic
,,te wasken of te scueren heb. Men sel mi doen taefla-
,,ken. Wat ghelt of boeken of land, dat ik heb, dat sel
,,ic moghen vercopen, wechgeven of bespreken, als
,,ic selve wil, dan alleene mijn eieren, die sellen int
,,gasthuus bliven en mijn inboel, wtghenomen mijn
beste tabbert en(de) mijn beste caproen sel onser
„lieve vrouwen ghilt in die grote kerek van Hairlem
„hebben, want ic in dat ghilt biin". Hij heeft hiervoor
dan ook betaald 150 Rijnsgulden in eens en 1 Rijns
gulden aan wijn, en zal gedurende 10 jaar nog 3 gulden
's jaars geven.
Op vastenavond 1495 toog deze heer Willem naar
Rome en liet den gasthuismeesters al zijn bezittingen na.
De opsomming hiervan is zeer curieus: „In den
„eerste een bedde mit IIII dekenen en(de) I oerkussen,
„II screne(n), II leenstoelen en(de) I kacstoel en(de)
„I stoenstoel ende I tresoer; it(em) III stoelkusse-
,,ne(n); it(em) XXXII lb. tyns; it(em) VI tabberden,
,,en(de) een blaeuwe tabbert en(de) een kaproen, sel
„hebbe(n) onse vrouwe ghilde daerof; it(em) noch
„vijf kaproenen mit een tymp en(de) vijf sond(er)
,,ty(m)pen; it(em) vijf wambosen; it(em) II lere(n)
„wambosmouwe(n) ende II lakent mouwe(n)". Dit
alles verkochten de gasthuismeesters, ook heer WIllems
beste tabbert, die het Onze Lieve Vrouwegilde had
moeten hebben. Hierover schijnen ze met zijn vrienden
en magen ongenoegen te hebben gekregen, doch de
zaak werd spoedig gesust, althans Langendijk, die dit
