Natuurlijk bracht Verpoorten de klacht van zijn
Amsterdamschen klant aan zijn leverancier Haamblok
over. Trouwens hij zelf had ook reeds vastgesteld,
dat de bollen niet soort-echt waren. Maar Haamblok
hield vol, dat hij wel degelijk Tuitte Staaten Generaal
geleverd had.
Wat stond Verpoorten in deze omstandigheden
te doen? Er was geen Scheidsgerecht voor den Bloem -
bollenhandel, maar men had in die dagen de gewoonte,
verklaringen over twistpunten notarieel te doen vast
leggen, ten einde zich daarop zoo noodig in rechten
te kunnen beroepen. Zoo riep dan Verpoorten de
hulp in van drie collega's van den Kleinen Houtweg,
Simon Voorhelm, Wouter de Graaff en Bartel van
den Bosch, die in den tuin van Haamblok de betwiste
Hyacinten gingen bezien en acte nemen van de ver
klaringen van partijen. Daarna verschenen zij den
10 Augustus 1735 voor notaris Beuns, die van hun
verklaringen een acte opmaakte, die in deel 1025
der notarieele protocollen in het Haarlemsche ge
meente-archief te vinden is.
Wel verre van dorre notarieele stukken blijken deze
protocollen, in een geval als dit, zeer onderhoudende,
zelfs vermakelijke lectuur te zijn. De drie deskun
digen geven een levendig verhaal van hunne bevin
dingen, waarbij zij de partijen zelfs sprekende doen
optreden.
De deskundigen hadden in den bloeitijd van het
voorafgaande jaar (1734) van Verpoorten en anderen
gehoord, dat hij in 1733 van Hendrik Haamblok,
glazenmaker en verwer te Haarlem voor ƒ210.
drie jonge bolletjes van de dubbele witte Hyacint
Staten Generaal gekocht had, onder beding, dat Haam-