stallige geld direct 5 rente geëischt worden. Wederom is dan hun Hofstede „de Driesprong" onderpand. Als evenwel de vijf jaren om zijn, is de moeilijkheid niet over. Daartoe nemen we inzage van een acte van 4 Maart 1666. Zij bevat de executie (stellen in staat van faillissement) van den schilder met zijn zusters. Heel ambtelijk staat er in „Naar alle behoorl. publicatiën, proclamatiën en andere solemniteyten" plechtigheden). Wat was er dan gebeurd? Wel, wat wij nu noemen faillissement was gepubliceerd door het ge recht van Heemstede. Proclamatiën, officieele berichten waren daarvan opgemaakt, net als nu nog bij faillietver klaring. Ook van de heeren curateuren (nu curators) over deze zaak gesteld lezen we: Meest waren dat de schouten en een der schepenen. Onder de solemniteyten hebben ook behoord het oproepen van schuldeischers en het te koop stellen van de plaats en de meubelen en het verloop daarvan. Crijn Teuniss, de gerechts bode, heeft de executie of gerechtelijke verkoop geleid. Verder blijkt ook, dat ons drietal veroordeeld (gecon- demneerd) was den verkoop der bezittingen te dulden ten voordeele hunner crediteuren; dat gebeurde 13 Februari 1666 in tegenwoordigheid van schout en schepenen. Kooper werd Mattheüs Schatter „raet en out- schepen der Stadt Haarlem". W^at kreeg hij voor zijn f 3760? Wel onze buitenplaats Driesprong, be staande in een weldoortimmerd huis, stalling enz. enz. met boomgaard en teelland daarachter gelegen, samen groot omtrent 1400 roeden en wel zooals deze ligt tusschen lendens aangrenzende perceelen) aan de De Heemsteedsche Gerechtsbode was dus de uitvoerder van de „executie van de herenschepenvonnissen der Stadt Haerlem bij lettris requisitoir alhier toegezonden in dato 1 9 December" 1665. Natuurlijk moest hij daartoe voor Schout en Schepenen van Heemstede compareeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 128