Toen echter na het beleg van Haarlem vele Vlamingen zich in ons land vestigden, verrezen de bleekerijen bij ïentallen rond de stad. Helaas volgde een periode van totaal verval, te wijten aan de weigering der bleekers om de oude werkwijze met de natuurlijke grondstoffen prps te geven voor de nieuwe chemische methode. De zeer belangwekkende voordracht vond zelfs haar terugslag in den Gemeenteraad van Bloemendaal, waar ongeveer te zelfder tijd gesproken werd over de Was- scherij van Gehrels", waaraan oudtijds ook een bleekerij verbonden was. Het bleek helaas niet mogelijk deze oude typische inrichting, een unicum in ons land, ter plaatse te behouden. Te loven valt evenwel, dat de gebouwtjes met de inventaris in het Openlucht museum bij Arnhem een plaats hebben gevonden, zoodat ze, al is het dan in een vreemde, minder passende omgeving, voor het nageslacht gespaard blijven. Ruim 2 maanden later, op Vrijdag 23 April, las de heer G. D. Gratama, directeur van het stedelijk museum, over „Frans Hals", ter inleiding van de tentoonstelling van werken van dien schilder, welke gedurende den zomer zou worden gehouden. Na een kort overzicht over eenige voorgangers van Frans Hals, zooals Jan van Scorel, Maerten van Heemskerk, Goltzius, Karel van Mander en Cornelis Cornelis- ZOON, liet de spreker van dien avond ons het werk van dezen schilder van den lach in chronologische volgorde zien. Bij elk plaatje volgde een praatje, dat getuigde van de groote bewondering en liefde voor dezen be gaafden kunstenaar. De uitnoodiging aan het slot van de voordracht tot een bezoek aan de tentoonstelling zal wel niet tot doovemans ooren gericht geweest zijn. De Algemeene Vergadering volgde op 2 Juli. De traditioneele jaarverslagen van Uwen schrijver en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 14