15
treffelijk Burgemeester van Haarlem te worden, door
wiens krachtige medewerking met allen die van goeden
wille waren, de grondslag is gelegd voor de moderne
ontwikkeling onzer stad. De duinwaterleiding, de
lichtfabrieken, het Slachthuis, de keuringsdienst voor
levensmiddelen kwamen mede dank zij zijn initiatief
tot stand, terwijl het toilet van de stad, zijn straten,
pleinen en plantsoenen door zijn zorg een groote
verbetering onderging. Ambtenaren en deskundigen,
wier werk hij op prijs stelde, konden in sterke mate
op zijn steun rekenen; bijvoorbeeld de heer L. A.
Springer bij zijn reorganisatie van de Hout.
Zooals hij plichtsvervulling van anderen eischte en
ook wist te beloonen, zoo was hij zelf een toonbeeld
van plichtsbetrachting, ook voor het gold vrijwillig
op zich genomen besognes.
Gedurende zijn lidmaatschap van Gedeputeerde Sta
ten van Noordholland, dat op zijn burgemeesterschap
van Haarlem volgde, nam hij zeer actief deel aan het
Beheer van het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort
en aan de Financieele Commissie. Bezoeken aan alle
deelen der Provincie, aan Musea en tentoonstellingen
stonden voortdurend op het programma. Persoonlijk
onderzoek ter plaatse speelde in zijn geheele leven
een groote rol, hetgeen in 't bijzonder naar voren trad
tijdens de groote watersnood van 1916, als bij de
vele buitenlandsche reizen die hij in de naoorlogsjaren
ondernam, waaronder reizen naar Nederl. Indië,
Spanje, het Heilige Land.
Zijn belangstelling voor allerlei onderwerpen van
cultureelen aard en de ambitie om zich daarvan op
de hoogte te stellen zijn in deze laatste periode van zijn
leven onuitputtelijk.
De Inwendige Zending in Noordholland, de Hol-