27
Succes op binnen- en buitenlandsche tentoonstellin
gen bleef niet uit. In 1916 ontving bij de gouden
medaille, door Hare Majesteit de Koningin beschikbaar
gesteld, op een schilderij, dat tentoongesteld was op
,,Arti et Amicitiae".
In het Frans Halsmuseum en in het Teyler-Museum
vindt men een paar fraaie stalen van zijne kunst.
Met de schilders N. Bastert en Edzard Koning
organiseerde hij meermalen tentoonstellingen in ver
schillende steden van het land. Als men den heer
Bastert spreekt, gewaagt hij van vele aangename
herinneringen die hij aan Koster behoudt en prijst
hem om de nauwgezetheid waarmede hij zakelijke
aangelegenheden placht te regelen.
Overigens mocht hij met zijn ondernemingen niet
in die mate slagen, dat hij door deze geheel buiten
zorg kon bestaan.
In het Regeeringscomité werkte hij mede aan de
inrichting van de Nederlandsche afdeeling der Biennale
te Venetië.
Het laatst ondernam hij voor een combinatie Neder
landsche schilders in particulier initiatief een reis naar
Denemarken waar hij in Arhus en Odense tentoon
stellingen hield. Van een voortzetting der reis naar
Oslo en Finland moest worden afgezien omdat juist
op dat oogenblik een bank te Oslo sprong waarbij
het geheele noorden scheen te zijn gemoeid.
Voorgaande reizen naar Oslo hadden beter resultaat
gegeven en steeds mocht hij een zeer voorkomende
medewerking der gezantschappen ondervinden.
Koster was mede oprichter van een Fonds voor
weduwen en weezen van schilders, dat sinds jaren
gunstig werkt.
In 1895 werd hij gekozen tot voorzitter van het
3