JAN DE BRAY Jan de Bray werd omstreeks het jaar 1627 als de zoon van Salomon de Bray te Haarlem geboren 1). Over zijn jeugd hebben wij geen stellige berichten. Aan te nemen valt, dat hij deze tijd in Haarlem doorbracht bij zijn ouders, die daar tot aan hun dood in 1664 woonden. De vroegste werken, die ons bekend zijn en waarvan de echtheid onbe twijfelbaar is, dateeren van het jaar 1648 af2). Door schriftelijke overlevering worden ons weliswaar nog andere werken van zijn hand bekend, die in een vroegere tijd moeten zijn ontstaan. Maar we hebben de authenticiteit dezer werken niet kunnen verifieeren. Soms is er ook een verwisseling met werken van zijn vader mogelijk, zooals we in een speciaal geval konden constateeren 3). Door zijn doorloopend gedateerde schilderijen kunnen we ons een voorstelling van Jan de Bray's kunstontwikkeling maken. Het blijkt, dat zijn productiviteit in de eerste twintig jaren van zijn werkzaamheid zeer omvangrijk is. Daarna neemt zijn scheppende kracht af en zijn werken worden schaarscher. Uit oorkonden 4) komt nog het volgende over zijn leven te onzer kennis 5): In 1664 werden Salomon de Bray en zijn vrouw, Joseph de Bray en misschien nog één van zijn broers het slachtoffer van de pest, die in Haarlem woedde. Jan moet eveneens erg ziek zijn geweest, want er is een uitvoerig testament van den 17den Juni 1664 bewaard E. W. Moes in Thieme-Becker, Bd. IV pag. 556. We hebben niets naders over zijn geboortedatum kunnen vinden. In de oude literatuur evenmin als in de gepubliceerde en de niet gepubliceerde oorkonden, die Dr. A. Bredius ons zoo mild ter beschikking stelde. Het zal ook in de toekomst steeds moeilijk blijven een preciezen geboortedatum vast te stellen, omdat de doopboeken van de Katholieke kerk uit dien tijd niet meer volledig zijn. 2) Te London, British Museum, H. 3., mansportret. 3) Bij een beeltenis in Dessau, No. 90. Zie pag. 000. 4) Over welke wij door de vriendelijkheid van Dr. A. Bredius beschikten. 8) Dit korte overzicht is ontleend aan Wurzbach Bd. I, pag. 174 en Thieme- Becker (E. W. Moes) Bd. IV, pag. 556,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 53