richtte eenige galgen op den stadsmuur op, en haalde Talesius met eenige andere gevangenen uit de dieven- kelder. Daar werden de mannen zonder eenige vorm van proces opgehangen. Ursula, de dochter van Talesius, begeleidde haar vader naar de strafplaats, en sprak hem moed in, om vooral in het Roomsche geloof te blijven volharden. Dat verbitterde de soldaten ten zeerste; zij vielen na de terechtstelling Ursula aan, en wierpen haar met een andere vrouw in de Bakenessergracht, waar zij jammerlijk verdronk. Zoo eindigde het leven van Quirinus Talesius, famulus van Erasmus, pensionaris, weesmeester en schepen van de stad Haarlem, waarvan Opmeer terecht getuigt ,,dat hij gedurende sijn levenstijd niet alleen had getoond te sijn een Man van voortreffelijk Verstand maar van een wonderlijke Opregtigheid en Standvastigheid des Gemoeds en vercierd met soodanige gaven der Ziele als in eenig sterffelijk Mensch vallen kan". Mr. J. M. Fuchs. Dit artikel verscheen reeds uitvoeriger in de Brabantscbe Folklore van Juli 1937. LITERATUUR. P. S. Allen, Eraami Epiatolae, deel VII en VIII. D. van Damme, Epheméride ittuótrée de La Vie d' Eraamc. L. K. Enthoven, Briefe an Deaideriué Eraamuó von Rotterdam. J. Förstemann en O. Günther, Briefe an Deéideriiu Eraómuó von Rotterdam. C. J. Gonnet, Cornelius Schonaeus en eenige zijner

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 107