DE STAMVADER VAN EEN HAARLEMSCHE REGENTENFAMILIE (Arend Meindertsz. Fabricius) In 1883 mocht de gemeente Haarlem een aanzienlijk legaat in ontvangst nemen, afkomstig van den op 7 Mei 1881 overleden Jhr. Johan Carel Willem Fabricius, heer van Leyenburg, vrijheer van Loenen en Wolferen, die de stad een groot aantal familieportretten, waar onder vele van de hand van bekende meesters, wapen borden en -kaarten, een verguld-zilveren beker, bene vens het familie-archief had besproken. De familie papieren werden op het gemeentearchief gedeponeerd; de beker, schilderijen, silhouetten enz. vormden een verrijking van het bezit van het Stedelijk Museum van Schilderijen en Oudheden, thans het Frans Hals museum. De verguld-zilveren beker, beschreven in den cata logus van voorwerpen onder nr. 185, is afkomstig van den Haarlemschen burgemeester, Arend Mein- dertsz., den stamvader van het geslacht Fabricius, waarvan Jhr. J. O. W. Fabricius van Leyenburg de laatste mannelijke telg was. Het is over dezen ouden patriciër en de wijze, waarop hij den beker verwierf, dat ik U iets wil mededeelen. Geboren in 1547, moet Arend Meindertsz. op onge veer 30-jarigen leeftijd zijn officieele loopbaan hebben aangevangen. Het is zelfs waarschijnlijk, dat hij reeds gedurende het beleg een rol gespeeld heeft, althans

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 111