82 bij de personen, die van Alva's pardon op 21 Aug. 1573 werden uitgesloten, staat ook een Arent Meynartszen vermeld, die echter ontkwam. Hij was gehuwd met Maria Lakeman, dochter van Willem Lakeman en Annetje Warmeloos en geboortig uit Antwerpen. Klaarblijkelijk behoorde de familie Lakeman tot de Zuid-Nederlanders, die om het geloof naar het Noorden waren uitgeweken, en hadden zij zich reeds vóór het beleg te Haarlem gevestigd. S. Ampzing vermeldt (Beschrijvinge ende lof der stad Haerlem, blz. 190) onder de merkwaardige schoten gedurende het beleg, hoe van het huis van Willem Lakeman in de Bartel Jorisstraat de schoorsteen werd afgeschoten en de kogel met steenen, alsmede het vleesch en het spek, dat in den schoorsteen hing, op den haard viel, waar 3 of 4 kinderen bij het vuur zaten, zonder dat iemand gedeerd werd. Volgens de aanteekeningen in de geslachtsregisters der familie Fabricius was Arend Meindertsz. reeds in 1577 vroedschap geworden en in 1583 door den Prins van Oranje in die hoedanigheid gecontinueerd. Echter komt zijn naam in de overigens vrij onvolledige vroedschapsresolutiën voor Jan. 1584 nergens voor, behalve op 13 Sept. 1577, alwaar hij met een andere hand bijgevoegd is. Gezien het feit, dat hij op de lijst der vroedschappen, die op 21 Oct. 1583 door den Prins benoemd werden, geplaatst is bij de laatste acht, d. w. z. de nieuw benoemde leden, met wie het oude getal van 24 op 32 gebracht werd, komt het mij waar schijnlijker voor, dat hij in 1583 een ,,homo novus" was en dat de bijvoeging in de resolutiën van 1577 van lateren tijd is. Hoe het ook zij, hij maakte spoedig carrière en werd herhaaldelijk tot schepen (1588, 1596, 1598, 1599) en tot burgemeester (1595, 1602, 1607,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 112