92
achtige termen niet alleen haar spilzucht, maar ook,
dat zij haar kinderen bestal: ,,soo moet sij veel geld
vermorst ende veel gereede penninghen versteecken
hebben, ende als een ontrouwe moeder haere kinderen
met opsetten voornemen het vaders erve te onthouden
ende verduysteren, jae met groot onrecht te besitten,
twelc ons een quetsinge int hart is, dat wij dit van onse
schoondochter inde daghen des ouderdoms moeten
beleven".
Daarentegen beweerde „dat ondancbare wijff", de
schoondochter, „dat men onsen soon met leuren en
seuren heeft gepayt, dat men woude quyt sijn, en
geen wech met wisten, ende dat hij altijt het cantoor
schrobde en tgelt tot onsen huyse brochte, jae sij
derf tegen de luyden seggen, dat sij nooyt geit gesien
heeft, dat men haer soude geleent hebben, daer het
haer nochtans in de schoot gestort is
Ook gaf zij hoog op van het geld, dat zij zelf door
erfenissen in het huwelijk ingebracht zou hebben, wat
echter, volgens Arend Meindertsz., zoo veel niet zou
zijn geweest, integendeel: „Als men nu soude rekenen,
wie meerder tot verbeteringe in den boel bijgebrocht
heeft, soo soude sij al veel te cort om coomen, en
meughen met recht wel seggen, dattet meest Laecke-
mans schijven sijn, die dus lange geclapt hebben, daer
met sijt soo overdadich in de huyshoudinge angestelt
heeft, dat sij die groote winninge van haer sa.man
in die gouden tijt, met onse grote verschiet van pen
ningen hem gedaen, soo onnuttelic verquist heeft, en
te onspoedelic wtgegeven aen onnodyge dinghen, over
mits dattet haer niet meer en scheelde, oft een nobel
ofte een bobel coste (gelijc haer moeders spreecwoort
was), dat sij ten vollen in aller maten heeft gevolcht
sonder verminderinge, twelc de belastinge van den