109
zakelijk op ophitsing berustte, slonk merkelijk en de
leiders der beweging, die voorheen b.v. te Amsterdam
als helden werden vereerd, werden geminacht en
zelfs als verachtelijke boosdoeners aangemerkt.
De definitieve regeling, die met 1 Januari 1750 is
aangevangen en die zeer lang in werking is gebleven,
bracht de vorige accijnsen terug met dit verschil,
dat zij niet meer door pachters in totaal zouden
worden geïnd, doch door ambtenaren (collecteurs) van
de veraccijnsde hoeveelheid, zoodat nu weer ieder
verbruiker moest medebetalen.
In Haarlem was, zooals te begrijpen is, het gemeene
volk niets met de Collecte ingenomen en daar het
anderhalf jaar geleden had gezien, hoe een groote
mond en onbeschoft optreden de magistraat dwong
alles te doen om hen te gerieven, vatten de verzets
lieden het plan op ook nu weer door straatschandaal
hun wil door te drijven.
Het plan der muitmakers was op Oudejaarsavond
1749 op de Groote Markt een kermis te houden,
waarop tot 12 uur allerlei sterken drank tot den
ouden prijs, zonder accijns verkocht zou worden.
Op klokslag 12 uur werd dan de prijs met het bedrag
van den accijns verhoogd en de aanstokers rekenden
erop, dat dit feit op de dronken feestelingen zulk een
indruk zou maken, dat zij weder, evenals in Juni 1748,
tot plundering zouden overgaan.
De magistraat was dezen keer op haar hoede en
had voorzorgsmaatregelen genomen. Men had de
trommels der burgertamboers naar de huizen der
kapiteins gebracht en er werd aan de godshuizen
geboden, dat elk de zijnen in huis zou houden;
de nachtwacht der klepperrs werd verdubbeld en de
onderschout met zijne dienders van pistolen voorzien.