112 De poorten bleven gesloten, doch men liet ieder na onderzoek in of uit. In den namiddag kwam er een bereden luitenant der militie met brieven van den Prins aan de stadsregeering, wien natuurlijk de vrije toegang werd geweigerd. De kapitein der wacht liet hem door schutters naar den Burgemeester brengen, aan wien hij de komst der militie meldde. Inderdaad kwam de troep te 2 uur voor de Groote Houtpoort, die gesloten werd gehouden. Het voetvolk, gecomman deerd door den Majoor du Perron, rukte op, op korten afstand gevolgd door de ruiterij. De Majoor eischte drie malen, dat men de poort zou openen, waarop een der schutters het klinket in de poort opende en op du Perron schoot, zonder hem te raken. De sap- peurs, die bij den troep waren, sloegen weldra met bijlen en koevoeten de poortdeur stuk en de troep, sterk ongeveer 300 Zwitsersche en Hollandsche garden, trok in goede orde de stad binnen. De bezetting van de poort alsmede het daar verzamelde gemeene volk vluchtten of keerden direct den kazak om, door hun hoedje te draaien en Vivat Oranje te roepen. Een enkele oproerkraaier werd daar door geweerschoten licht gekwetst, doch overigens kon de troep zonder schermutseling door de Groote Houtstraat op de Groote Markt komen. Daar schoot een burger op de militie, die met geweervuur antwoordde, hetgeen een burger onmiddellijk doodde en eenen anderen zoodanig verwondde, dat hij zeer kort daarna overleed. Bij ongeluk werd nog een burger doodgeschoten en een sergeant gekwetst, doch het verzet was gebroken en zelfs de alarmroffels der burgertamboers waren niet bij machte een schutter uit zijn huis te lokken. De lijken der twee doodgeschoten oproerlingen werden als afschrikwekkend voorbeeld bij de beenen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 144