118
ons Jaarboek af te drukken. Toch zal het hem, hoop
ik, een genoegen doen, dat zijn complete reminiscenties1)
goed bewaard worden en dat er hieronder nog al het
een en ander uit wordt meegedeeld. De heer Broek-
meyer is, meer dan een jaar voor de Jeugdherinneringen
verschenen, met zijn memoires begonnen (Febr. '36),
waartoe hij aanleiding vond, toen de heer Tadema
hem als rasechten Haarlemmer (die altijd in dezelfde
sigarenwinkel Kruisstraat 29 heeft gewoond) met
eenige vragen over den ouden tijd aan boord kwam.
Hij is flink wat ouder en daardoor reiken zijn jeugd
herinneringen verder terug, al belijdt hij gaarne dat
het geheugen een gebrekkig archief is. „De straten
van Haarlem waren nog voor een zestigtal jaren de
stilte zelve, alles wat er in voorkwam viel daardoor
terstond op. Als er een spoortrein was aangekomen
zag men niet lang daarna vier of vijf vigilantes in
de Kruisstraat voorbij gaan; vervolgens kwamen eenige
reizigers te voet, die hun bagage door een witkiel
lieten aandragenen da n hoorde men de opmerking
dat is de trein van vieren of van zessen". Om de
Kruisstraat te bereiken van het station moest men
2 bruggen overgaan, over de Achternieuwe gracht en
de Nieuwe gracht. „Tusschen de bruggen" woonde
Jhr. Teding van Berkhout in een groot huis met
aardige kleine lichtpaarse ruiten. Aan de overkant
(Westzijde) was de tuin, over bijna de geheele lengte
tusschen de bruggen. „De Kruisstraat was een zestig
Bij de reeds genoemde folio-vellen kwamen nog een 10-faI over de dagen
en daden van de familie Schot, (familie van moeders kant van den heer
Broekmeyer) waarvan eerst de grootvader en later de schoonvader van
Broekmeyer Kastelein was van het Prinsenhof en Amanuensis der Stads
Bibliotheek, en nog drie bladzijden over de topografie van van Schendel's
Hollandsch Drama, in antwoord aan een vrouwelijk lid onzer vereeniging,
die een vermoeden had, dat het verhaal o.m. in Broekmeyers huis zou gespeeld
hebben.