124
't verderf) en dan het huis waarin de begrafenisbos
„De Vrijwillige Bijeenkomst" gevestigd was; de con
cierge Bruinsvoort hield er ongeveer 15 melkgeiten
op na, waarvoor hij het voedsel bij wijze van schillen
boer in de buurt ophaalde. De gymnasiasten noemde
hem den he-goat. Na nog een slagerij (van Selig)
bevond zich een deftiger huis, omstreeks 1880 bewoond
door den chirurg ten Houte de Lange, waarnemend
commandant van de Schutterij, die destijds o. m.
oefende op een groot grasveld, thans ingenomen door
het Ripperdapark. Het aardige Hofje van Oorschot,
herinnert de heer Br. zich wat de fraaie binnen
plaats betreft als regel geblindeerd met houten
Schotwerk. Het hofje brengt de heer Br. onwillekeurig
naar Suzette Noiret, van der Hoogen, Hildebrand
en zijn Camera en noemt met name eenige heeren uit
zijn herinnering „wier overgroote hartelijkheid omtrent
jonge dames, sommigen deden lachen, anderen aanstoot
gaven. Wij zouden ons, ondanks onzen geëmanci-
peerden tijd, bij de laatsten voegen.
Van het hoekhuis van de Barteljorisstraat en de
Krocht is de oudste herinnering van den heer Br.
een herberg met zeker niet in alle opzichten duidelijken
naam „de Groote 2", maar dan moeten wij noodig
naar de andere zijde van de Kruisstraat terug om
nog iets van dat gedeelte te vernemen. Het groote
huis waar het Gasbedrijf en Bouw- en Woningtoezicht
is ondergebracht heeft zijn fraaien gevel gelukkig
behouden. Oude Haarlemmers van voor 1860 herin
nerden zich daar den vreemden man van grooten rijk
dom, Matthyssen, die later zeer arm ten huize van
een vroegere werkvrouw zou zijn overleden. In dit
huis heeft later de familie DE Haan gewoond, die