Van 9 tot en met 16 April had ons lid, de heer G. Kerk- hoff, in het Vereenigingsgebouw D e Hoofdwacht een ten toonstelling ingericht van „Haarlem en Haarlemmers". De heer Kerkhoff toonde zich een veelzijdig kunste naar: aquarellen, pen- en krijtteekeningen, boeksier, portretten op glas volgens een eigen vinding vervaar digd, waren in het zaaltje opgehangen of neergezet. Oud-Haarlem was zeer fraai vertegenwoordigd en het werd ons duidelijk hoeveel schoons in den loop der jaren verdwenen is, dat wij nu eerst gaan waar- deeren. Wanneer wij onze blikken over de thans van haar boomen beroofde Gedempte Oude Gracht laten gaan, dan schrikken wij van wat er te voorschijn kwam en betreuren wij maar al te zeer het fraaie geboomte dat de verhoudingen van deze breede straat zoo juist aangaf. Is de tijd soms rijp om het Amerikaan- sche voorbeeld te volgen en eens per maand de inge zetenen van Haarlem te laten stemmen om uit te maken wat het leelijkste bouwsel of de meest ont sierende straat in het stadsbeeld is? De eigenaars dezer gebouwen en de gemeentebesturen, die het twijfelachtig genoegen hebben als nummer 1 uit de stembus te komen, gevoelen zich, zooals de praktijk aldaar uitwees, maar al te zeer geroepen, om hun naam zoo spoedig mogelijk van deze blaam te zuiveren. Al weer een bewijs, hoe met wat meer overleg en met vaak weinig arbeid en geringe kosten verfraaiing en herstel van het oude stadsbeeld kan geschieden. Mevrouw J. M. Sterck-Proot vonden wij op 29 April bereid om voor de leden te lezen over „De aesthetische groei van Haarlem". Spreekster liet, aan de hand van een prachtige verzameling lantaarn plaatjes, een schat van oude Haarlemsche gebouwen zien en vertelde daarbij op onderhoudende wijze

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 16