welke gebouwen wel en welke thans niet meer bestaan,
ons wederom overtuigende hoe nuttig het is opnieuw
de aandacht op het vele schoons dat Haarlem bood
en nog biedt te vestigen.
De Algemeene Vergadering op 9 Juni werd in den
aanvang reeds genoemd. Zij mocht zich in een grootere
opkomst dan vorige jaren helaas het geval was, ver
heugen. Dat Mejuffrouw Dr. G. H. Kurtz na afloop
een korte belangwekkende voordracht hield over „De
ontwikkeling van de stad Haarlem aan de hand van
kaarten", zal daaraan niet vreemd zijn geweest. Het
bestuur meende deze proef te moeten nemen en zal
deze zeker herhalen.
Op 30 Juli volgde een excursie naar Gouda, ter
bezichtiging van de „Tentoonstelling Goudsche Glazen
1938". Tachtig leden reden in drie autobussen, door
een vriendelijken zomerzon bestraald, door het mooie
hollandsche landschap naar deze Zuid-Hollandsche
stad; in de St. Janskerk werden we door onderlegde,
wei-bespraakte gidsen rondgeleid, die ons de schoon
heid der talrijke ramen ook in details beschreven en
ons op de typische onderdeelen wezen. Een kort
bezoek aan het Stadhuis, waar vooral de Raadzaal
en de Burgemeesterkamer de aandacht trokken, volgde.
Na een kopje thee gedronken te hebben keerden wij
naar huis terug.
Op Zaterdag 17 September brachten 70 leden een
bezoek aan de „Tentoonstelling van meesterwerken
uit vier eeuwen" in het Museum Boymans te Rotter
dam, schilderijen en teekeningen uit particuliere ver
zamelingen in Nederland, bijeengebracht gedurende
de veertigjarige regeering van H. M. Koningin Wil-
HELMINA.
Het bestuur vergaderde ook in 1938 weer eenige