ongeacht o£ dit met zijn inzicht strookte dan was
hij ook de voortreffelijke ambtenaar bij de uitwerking.
Niet alleen, dat legislatieve onvolkomenheden niet
voorkwamen, ook de toelichting sloot zich, tot in
subtiele nuanceering, aan bij wat in wezen werd
bedoeld.
Daartoe stelde hem in staat zijn stylistisch talent.
De Gemeente-secretaris Mr. Th. A. Wesstra, kon
bij het 50-jarig jubileum van Kalbfleisch als ambtenaar,
op 3 Mei 1930, van hem getuigen: „In woordkeus en
„zinsbouw kunnen velen bij U in de leer gaan en ik
„kan mij niet herinneren in de tallooze door U ver
vaardigde brieven en nota's ooit iets gelezen te
„hebben, dat ook maar in de verte geleek op eenige
„zonde tegen onze schoone Nederlandsche taal".
Reeds in zijn jeugd legde hij begaafdheid op dit
en aanverwant gebied aan den dag. Ja eigenlijk heeft
dit zijn talent reeds vroeg een beslissenden invloed op
zijn levensloop gehad.
Op 3 November 1873 als wees in het Godshuis te
Veere opgenomen zijnde, vestigde de 12-jarige ouder-
looze Pieter de aandacht op zich door de wijze, waarop
hij bij een jubileum van het Hoofd der school een
toespraak voorlas.
Even daarna werd hij op zijn dertienden verjaardag
(3 Mei 1880) door den Burgemeester (Mr. Jac.
Snijder) uitverkoren, om als klerkje ten Stadhuize
te Veere werkzaam te worden gesteld op een jaar
wedde van ƒ50.Hard heeft hij toen aan eigen
ontwikkeling gewerkt en uiteraard het meest in de
richting van zijn „ambt". Reeds op 19-jarigen leeftijd,
n.l. in 1886, slaagde hij door zelfstudie voor het examen
voor candidaat-gemeente-secretaris, en wel als
nommer 1.